Eileider

De eileider (tuba uterina) is buisvormig en loopt tussen de eierstok en de baarmoeder, aan weerszijden dus naar elke eierstok één. De lengte is ongeveer 10 centimeter.

fimbriae tubae

Aan de kant van de eierstok ligt de eileider er een beetje omheen met vingervormige uitlopers (fimbriae tubae). Daarin wordt de eicel na de eisprong opgevangen en komt eerst in een wijder deel van de eileider.

lokatie bevruchting eicel

Een eitje wordt bevrucht in dit deel van de eileider, waarna het zich verder deelt en getransporteerd wordt naar een smaller gedeelte om in de holte van de baarmoeder uit te monden. De verplaatsing binnen de eileider vindt plaats door bewegingen van de wand (spierlaag) en een laagje met minuscule trilhaartjes.