Testikel

Een testikel, ook wel teelbal of testis (meervoud testes) genoemd, heeft de vorm van een ei. Een man heeft twee van deze ovaalvormige geslachtsklieren, die schuin in de balzak (scrotum) liggen. De diameter van een testikel is bij een volwassen Kaukasische man ongeveer 2,5-4,5cm en het is voor het grootste gedeelte omgeven door een dik bindweefselkapsel, genaamd tunica albuginea.

Een testis bestaat uit zo’n 200-300 lobben doordat vanuit het bindweefselkapsel schotten naar binnen verlopen. Elk lobje bestaat uit 1 tot 4 heel dunne sterk gekronkelde testisbuisjes (tubuli seminiferi).

De twee functies van de testikels

In de testisbuisjes worden de zaadcellen (spermatozoa of mannelijke geslachtscellen) geproduceerd. De gekronkelde testisbuisjes monden uit in korte rechte testisbuisjes die vanuit elk lobje in een netwerk van buisjes terecht komen (rete testis) en vervolgens uitmonden in de bijbal. In het weefsel wat zich hier tussen en omheen bevindt, zijn speciale cellen (zgn. leydigcellen) die testosteron produceren onder invloed van hormonen van de hypofyse.

De testikel heeft in feite dus twee functies: productie en rijping van de zaadcellen en aanmaak en uitscheiding van hormonen.

Optimale werking

De vorming van zaadcellen door de testikels werkt optimaal bij een temperatuur van 33-34 graden Celsius. Vandaar de ligging van de testikels in het scrotum, waarbij de temperatuur niet alleen door de huid (afgifte van warmte), maar ook door aantrekken of relaxatie van de zgn. cremasterspier kan een testikel meer of minder ver van de rest van het lichaam af komen te liggen.